Hoofdstuk 12


Die avond ligt Robyn zwijgend in bed. Ze deelt een kamer met Myrthe en Charissa, die zachtjes met elkaar praten. Zelf heeft ze geen behoefte aan een gesprek, maar hun aanwezigheid werkt geruststellend.
De jongens zitten in een andere herberg. Ze hebben hun uiterste best gedaan om niet op te vallen; Charissa en Alessio hebben eerst wat spullen gestolen voor ze allemaal de stad ingingen. Robyn en Myrthe zijn vermomd als nonnen, daardoor trok het bedekken van haar haren tenminste geen aandacht. De jongens deden zich voor als circusartiesten. Ze waren onmiddellijk uit elkaar gegaan. Haar voet is nu verbonden door een lokale dokter en ze heeft een zalf meegekregen die verkoelend werkt.
Maar ondanks hun voorzorgsmaatregelen is ze als de dood dat iemand Soran tipt en hij vannacht naast haar bed verschijnt. Ze verwacht dat een aardbeving het dak op haar zal doen neerstorten.
Als zij mocht kiezen, had Myrthe met haar krachten een onderkomen van boomstammen gebouwd en bedden van planten. Natuurlijk is dat niet zo comfortabel als dit, maar het voelde tenminste veilig.
Hoewel... Ze denkt niet dat ze zich ooit nog ergens veilig zal voelen in deze wereld. Het is een gigantische opluchting dat Avelons uitvindingen in elk geval geen werelden konden overstijgen. Daardoor weet ze zeker dat als ze door de doorgang stapt, alles goedkomt.
En tot die tijd moet ze leren leven met een voortdurende angst, achter elke hoek gevaar verwachtend.
Ze hebben een eenvoudige kamer, met vier bedden en een middeleeuws toilet; een gat in een plank. Maar de lakens zijn tenminste zacht en comfortabel. Robyn staart naar het beschimmelde plafond, maar in plaats van het te zien, schieten andere beelden voor haar ogen langs. De gasbrander, Sorans grijns, de wapperende touwen van de galg. Ze kan de strop nog steeds om haar nek voelen. De pijn in haar voet herinnert haar continu aan wat er is gebeurd en houdt haar wakker.
Eindelijk dommelt ze een beetje weg, om even later schreeuwend en badend in het zweet wakker te worden, haar lakens als een dwangbuis om haar heen gewikkeld.
'Robyn, het is goed, je bent veilig!'
Myrthe houdt haar stevig vast en klopt op haar rug, terwijl Robyn hevig trilt en naar adem snakt.
'Sorry, sorry. Sorry, Myrthe.'
'Dat hoef je niet te zeggen.'
Charissa geeft haar een glas water en kruipt naast haar op het bed. Nu zit Robyn tussen haar beide vriendinnen in en dat helpt haar om rustig te worden.
'Bedankt. Ik weet niet hoe lang het duurt tot ik... tot ik weer mezelf ben.'
'Robyn, je bent gemarteld.' Myrthe slaat een arm om haar schouders en knippert haar tranen weg. 'Ik heb het gevoeld. Ik zag hoe ze je door de gang sleepten. Ik heb me nog nooit zo machteloos-.' Haar stem breekt.
'Neem de tijd,' zegt Charissa vriendelijk.
'En jij wilde ons bevrijden?' vraagt Robyn. Ze had de hele dag geen zin om te praten, maar nu wil ze alles doen om niet weer te hoeven slapen en geplaagd te worden door nachtmerries.
Charissa grijnst alsof ze op heterdaad is betrapt. 'Het was dom in mijn eentje, maar ik kon niet anders. Pas toen Cameron me vond, hadden we een kans. Zonder hem was ik sowieso niet op tijd geweest.'
Het mocht dan een zelfmoordmissie zijn geweest, het ontroert Robyn wel. 'Je bent een idioot,' zegt ze met een snik in haar stem, waardoor Charissa onnozel grijnst. 'Jep, ik ben de grootste hijzel die er is.'
Dat woord raakt haar met een klap in de maag.
'Ik heb visioenen gehad over je vader,' zegt Robyn. Ze vindt dat Charissa alles moet weten wat er te weten valt over Darian, juist omdat ze hem nooit heeft gekend. En dus beschrijft ze Darians herinneringen tot in het kleinste detail. Ze eindigt haar verhaal met een vraag. 'Hoe serieus was de relatie tussen Darian en Niriana? Was die tijdelijk? Of is Niriani... is ze jouw moeder?'
Myrthe begint plotseling te lachen, terwijl Charissa met een heel ongemakkelijke glimlach in haar nek begint te wrijven. 'Eh...'
'Hielden jullie dat geheim voor mij?' vraagt Robyn verbaasd.
'Iedereen weet het, maar eh, ik dacht...'
'Ze dacht dat het ongemakkelijk zou worden tussen jou en Cameron als je het wist,' helpt Myrthe, die de situatie duidelijk nog steeds grappig vindt.
'Maar we hebben alleen wat karaktereigenschappen gemeen met onze voorgangers, meer niet. Het is idioot om te denken dat Cameron en ik dan automatisch op elkaar vallen. Ik bedoel: als er iemand is die ver van me afstaat-.'
'Dat weet ik wel,' zegt Charissa. 'Ik vind ook dat jullie niet bij elkaar zouden passen. Ik denk dat jij eerder voor een stoere jongen dan een lieve nerd gaat. En dat hij eerder op een schattig meisje valt dan op eh...'
'Een vurige leider,' helpt Myrthe opnieuw.
'Precies,' zegt Charissa. 'Maar ik dacht dat als jij dit wist, je misschien afstandelijk zou doen tegen Cameron om aan ons te bewijzen dat er niks tussen jullie speelt.'
Daar kunnen ze wel eens gelijk in hebben, bedenkt Robyn zich met gêne.
'Weet Cameron het ook?'
'Ja. Maar hij heeft er geen moeite mee, hij bekijkt het heel rationeel.'
Dus iedereen wist het behalve zij. Lekker dan. 'Nou, als iedereen snapt dat we Darian en Niriana niet zijn, denk ik niet dat het ongemakkelijk hoeft te worden.'
'Zie je wel?' zegt Myrthe tevreden tegen Charissa. 'Het valt best mee.'
Robyns gedachten gaan direct terug naar alle gebeurtenissen van vandaag en gisteren. Daarmee vergeleken valt de ontdekking dat de vorige luchtmagiër de moeder van Charissa en Alessio is in het niet. Kon ze zich daar maar door laten afleiden. In plaats daarvan ziet ze Camerons afschuwelijke wond voor zich, en Avelon die aan een tak wordt gespietst.
'Niet tegen de jongens zeggen,' fluistert Robyn. 'Maar kan ik vannacht tussen jullie inslapen?'

[Witregel]
Als ze de volgende dag het eiland bereiken, springt Robyn al van de plank voordat Cameron die goed en wel heeft laten landen. Ze zou de grond wel kunnen kussen van opluchting. De doorgang naar Zwolle is er nog steeds.
'Ik kan nog één doorgang maken.' Charissa kijkt naar Cameron, het is te zien dat de vlucht van vandaag zijn tol heeft geëist. Maar hij zegt: 'Doe Groningen maar. En dan breng ik Robyn naar huis.'
'Ik kan ook-.' Maar Cameron werpt Mitchell een blik toe die hem meteen het zwijgen oplegt.
De anderen nemen het Mitchell kwalijk dat hij Robyn heeft achtergelaten. Niemand heeft het met zoveel woorden gezegd, maar het broeide wel onder de oppervlakte. Robyn had er zelf weinig aandacht aan besteed. Ze denkt dat iedereen die in Mitchells schoenen stond hetzelfde zou hebben gedaan. Dat Cameron en Charissa zich wilden opofferen om hen te redden, was een geval van één op de miljoen. Niet de norm.
Maar ze wil te graag naar hun veilige wereld om een discussie te beginnen. Terwijl ze wachten tot Alessio de magische sleutel heeft opgehaald, moet ze zich bedwingen om niet gewoon door de doorgang naar Zwolle te rennen.
Alessio voegt zich bij hen, mompelt iets in een vreemde taal en tekent dan een groot ovaal. De lucht gloeit waar de sleutel langsgaat; als een lange gouden sliert die even opvlamt en dan verdwijnt.
Robyn draait zich om naar Charissa. 'Weet je zeker dat jullie niet mee willen?'
'Daar hebben we het over gehad. Ik zou me niet thuis voelen in jouw wereld. En Soran geeft niets om mij en Alessio.'
'We praten binnenkort verder.' Robyn geeft haar een knuffel.
'In jouw wereld,' herhaalt Charissa de afspraak.
'In mijn wereld.'
Ze geeft Alessio een stevige handdruk en Myrthe een knuffel. Dan gaat Myrthe door haar eigen doorgang. Cameron ondersteunt Robyn terwijl ze met Mitchell door de nieuwe doorgang gaat.
Als ze in het lelijke vissershutje staat, springen de tranen in haar ogen. Ze had niet verwacht hier ooit nog terug te komen.
Ze zeggen niets als ze bij de bushalte wachten. Op het Centraal Station stappen ze over op een andere bus en splitsen hun wegen zich. Robyn geeft Mitchell ter afscheid de handdruk die ze ook aan Alessio heeft gegeven. Mitchell lijkt opgelucht. 'Kunnen we binnenkort praten?'
Robyn knikt. Mitchell kijkt aarzelend naar Cameron, maar als hij geen reactie krijgt, vertrekt hij.
'Ik vind het lief dat je me naar huis wilt brengen,' zegt Robyn tegen Cameron. 'Maar het gaat prima met me. En jij ziet eruit alsof je elk moment in slaap valt.' In de andere wereld had ze te veel haast, maar nu wil ze het gesprek wel aangaan. 'Als ik mijn ouders bel, halen ze me wel op.'
'Wat ga je tegen ze zeggen?'
Robyn realiseert zich met een schok dat ze daar niet over heeft nagedacht. 'Als het goed is heeft Myrthe gezegd dat ik bij haar logeer. Ze zullen wel kwaad zijn.'
'En je voet?'
'Ehm.' Robyn bedenkt zich voor het eerst dat als ze nu naar huis gaat, ze waarschijnlijk urenlang met haar ouders moet praten en een boze preek te horen krijgt. Terwijl ze gewoon in haar bed wil kruipen en de dekens over haar hoofd wil trekken.
'Ik ben per ongeluk in een kampvuur gestapt.'
'Dat verhaal klopt niet met je wonden. En je verband lijkt ook niet van deze wereld.'
'Wat wil je nu dat ik zeg?' Robyn merkt dat ze boos wordt. 'Dat ik ben gemarteld door magiërs?'
'Dit is jouw bus, of niet?' Hij slaat haar arm over zijn goede schouder en stapt in.
'Heb je eigenlijk wel geld bij je?'
'Ja. Mijn jaszakken hebben ritsen, dus er is niets uitgevallen.'
Robyn kan zich niet herinneren waar ze haar eigen portemonnee heeft gelaten. Ze had hem bij zich toen ze de trein nam naar Zwolle, maar daarna...
Nog iets wat ze moet gaan regelen.
De buschauffeur kijkt naar de scheuren en gaten in Camerons jas en naar Robyns verbonden voet die in geen enkele schoen paste. Gelukkig houdt hij zijn mond.
Robyn moet moeite doen om wakker te blijven tijdens de busrit. Vannacht heeft ze nauwelijks een oog dichtgedaan, en nu ze terug is in haar eigen wereld, is het alsof alle last en spanning in één keer van haar schouders vallen. Maar als Cameron het nog volhoudt na praktisch al zijn magie te hebben verbruikt, kan zij het ook.
Als ze eindelijk haar halte bereiken, is het nog vijf minuten lopen naar haar huis. Als ze die ziet, moet ze opnieuw moeite doen om niet in huilen uit te barsten. Het voelt alsof ze de top van een berg heeft gehaald die onmogelijk te beklimmen leek.
Als ze aanbelt, doet haar moeder zo snel open dat ze er waarschijnlijk al die tijd op had gewacht.
'Robyn!' Ze slaat haar armen om haar heen en Robyn klampt zich aan haar vast zoals ze nog nooit gedaan heeft. Blijkbaar heeft haar moeder door dat er iets mis is, want haar gezicht verzacht als ze haar dochter loslaat. De boze preek laat even op zich wachten. 'Wat is er aan de hand? Wat is er gebeurd?' Nu kijkt ze naar Cameron. 'Wie ben jij? Jullie zien eruit alsof jullie door een hel zijn gegaan. Waarom heb je niet gebeld?! Eh, kom gauw binnen.' Het is duidelijk dat ze geen idee heeft waar ze moet beginnen. Robyn hinkt over de drempel, waardoor haar moeder direct haar voet in het oog krijgt. 'Wat is er gebeurd?'
Cameron heeft gelijk, ze heeft zich in het nauw gewerkt. Ze wil haar ouders niet de waarheid vertellen, maar ze weet ook niet wat ze wel moet vertellen. Het voelt alsof ze door een straat vlucht die plotseling doodloopt.
'Een brandwond. Het valt best mee. Maar hij zit op een ongelukkige plek, dus ik denk dat ik krukken nodig ga hebben. En veel zalf.'
Zij en Cameron gaan op de zachte bank in de huiskamer zitten, terwijl haar moeder haar vader belt. 'Hij is hier over tien minuten,' zegt ze. De hevige opluchting straalt van haar gezicht. Robyn schaamt zich dat ze had verwacht dat haar moeder alleen maar kwaad zou zijn. Ook al had Myrthe haar gebeld om te liegen dat ze bij haar logeerde, dat was nooit genoeg geweest.
En hoe zit het eigenlijk met de ouders van Myrthe en Mitchell? Zij zijn nooit gebeld. Hun kinderen waren opeens twee nachten weg.
Twee nachten... Zelf is ze vier nachten weggeweest. Het voelt als een maand.
Alsof Cameron haar gedachten raadt, zegt hij schor: 'Ik moet mijn ouders en Elize bellen. Ik ben zo terug.'
Haar vader komt kort daarna het huis binnenstormen en omhelst haar. 'Heb je enig idee wat je hebt gedaan?! Je beantwoordde dagenlang je telefoon niet! Het is dat Myrthes moeder heeft bevestigd dat je er was, want anders had ik je als vermist opgegeven!'
Wacht, Myrthes moeder had voor haar gelogen?
Plotseling begrijpt Robyn het. De families van Myrthe, Cameron en Mitchell... ze zijn allemaal op de hoogte van de andere wereld. Waarschijnlijk dacht Myrthes moeder dat ze samen op zoek waren gegaan naar Charissa. En toen ze merkte dat Robyns ouders niet op de hoogte waren, had ze voor haar gelogen.
Robyn vond Myrthes moeder altijd maar een slechte ouder, maar plotseling is ze haar dankbaar.
Cameron komt nu de woonkamer binnen. Hij lijkt ontdaan, zijn handen trillen, maar zelfs nu weet hij weer zijn glimlach op zijn gezicht te toveren en snel zijn kalmte terug te vinden. Hij stelt zich beleefd voor.
En dan zegt hij opeens: 'Ik moet jullie iets laten zien.'
Kaarsen, fotolijstjes, onderzetters en pennen stijgen op en beginnen door de woonkamer te zweven.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top