24. Paniekaanval

'Geweldig!'

Peggy en Jarvis waren eerder terug van hun missie dan gepland. Howard en Steve waren nog in de stad – wie weet hoeveel blouses ze nodig dachten te hebben. Tony opende een volgend trommeltje dat de butler en de agente hadden aangeleverd. 'Geweldig!' herhaalde hij, was zich ervan bewust hoe Ana verderop naar hem keek met trots brandend in haar ogen. Hij pakte een plaatje palladium beet, bekeek het van alle kanten. 'Dit is precies wat ik zocht!' Hij wilde de trommeltjes bijeen graaien en het liefst meteen beginnen aan de arc reactor voor de tijdmachine en daarna wellicht aan het exemplaar voor zichzelf.

'Daaaar zijn we weer!' Howard draaide hangend aan de deurpost het lab binnen met in zijn kielzog Steve Rogers uitgedost als de vereerde soldaat Steven Grant Rogers in zijn nette overjas en de gestreken broek, passend, exact, omdat hij dat blijkbaar wél waard was en Tony niet. De miljonair liep op de trommeltjes af, pakte er een plaatje palladium uit. 'Dit was alles?' vroeg hij, verrast. 'Duizenden dollars voor dit?' Hij bekeek het metaal van alle kanten, keek daarna naar zijn zoon. 'Wat moet je hier mee?' vroeg hij, toon nog net niet neerbuigend. Gekscherend reageerde niemand op de toon die de man aan had geslagen jegens zijn toon.

Hoor alleen ik het, vroeg Tony zich af, beeld ik het me in?

'Maak je niet druk,' beet hij de man toe, 'Jij hoeft er niet van te leven.'

Howard legde snel het plaatje terug, leek zich te realiseren dat hij een fout had begaan – hoogstwaarschijnlijk wist hij niet eens welke. 'Nou, nou,' mompelde de vader, 'Zullen we dan maar aan het werk gaan?' Zijn blik was gretig. Hij wilde vast meekijken over Tony's schouder zodat hij na het vertrek van de superhelden grof geld kon gaan verdienen met de energiebronnen.

'Je weet niet wat je moet doen.' De zoon bekeek de doosjes palladium. De weg naar zijn eigen eeuw kwam steeds dichterbij en hij merkte hoe hij het liefst als een beschermend ouderdier op het palladium sprong om het te beschermen tegen de grijpgrage handen van Howard Stark.

'Dat is waar, maar je kan het me uitleggen.'

Tony knipperde herhaaldelijk met zijn ogen. 'Ik?' vroeg hij voor de zekerheid.

'Ja.' Howard glimlachte zelfbewust. Om hulp vragen moest vast een vreemd gevoel bij hem teweeg brengen. Hij had er per slot van rekening maar weinig ervaring mee.

Zonder waarschuwing trok hij plots iets achter zijn rug vandaan en nu pas realiseerde Tony zich dat de man al de hele tijd iets verborgen had gehouden. Howard zette de hoed op het hoofd van zijn zoon. 'Hier,' deelde hij mee zonder veel poespas, 'Ik wist niet welke hoedenmaat je hebt, dus ik hoop dat het past.' Hij zette een stap terug, bekeek zijn nageslacht van top tot teen. 'Seems about right.'

Tony balde zijn vuist om zijn bevende hand te bedwingen. Zijn vader had hem net iets gegeven. Zijn vader had hem iets gegeven en glimlachte erbij en keek zelfvoldaan en tevreden en had iets op zijn hoofd gezet en hem geen pijn gedaan en... De billionaire pulkte aan zijn kraag. Hij haalde een keer diep adem, toen nog een keer, steeds oppervlakkiger.

'Ik moet gaan,' ademde hij, staarde naar zijn trillende vuist die wazig was geworden door de tranen. Zijn borst trok samen, deed op een vage, maar o zo bekende manier pijn. Er zat iets in zijn keel, maar hij wist niet wat, alleen dat hij het moest zien weg te slikken, met water, thee, iets.

Hij stormde het lab uit.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top