Deel 2

Hm,' hoor ik hem mompelen. Hij ziet er anders uit dan de prinsen die ik ontmoet heb. Hij draagt geen mooie cape of kroon. Alleen een zwarte lederen broek met een wit eenvoudig hemd wat losjes open hangt.  Zijn zwarte borsthaar komt er onder uit.

Zijn ooghoeken zijn zwart gemaakt met kool om hem nog enger te doen lijken. Het werkt. Hij hoeft slechts te kijken en ik voel me ongemakkelijk en bang. Klein en kwetsbaar.

Het bevalt me niet.
'Maak me los, jij bruut.' Eis ik direct.

Hij moet daarom hard lachen. De man die me nog steeds beet heeft wil me wurgen. 'Waarom zou Ik, prinses? Je rent weg de eerste kans die je krijgt.' Hij spreekt mijn taal redelijk maar heeft een lelijk IJzers accent.

Ik dwing mezelf te glimlachen.
'Kan je me dat werkelijk kwalijk nemen?'

De prins zegt iets maar ik versta hem niet. Hij praat IJzers. Een taal die ik nooit geleerd heb. De taal van mijn vijanden.

Ik versta er geen woord van die barbaarse taal maar schrik als ze opeens allemaal hard moeten lachen. Mijn gevangennemer verlaat dan de tent en de andere criminelen volgen hem.

Alleen ik en de prins zijn over.
Hij glimlacht. ' Zo, ik dacht dat ik vandaag al met een mooie vrouw het bed zou delen maar dat het een prinses zou zijn...' Hij wil me aanraken. Ik stap weg maar hij grijpt me bij mijn heupen en rukt me naar zich toe.

Ik bots tegen hem op en ruik de geur van leer zout en zeewater. Zijn ringen blijven haken op mijn tulle rok en scheuren hem verder. Hij tilt mijn kin op en staart me in de ogen met zijn innemende blik.

Echte Drazhan ogen. Twee donkere blauwe pupillen zoals de zee. ' Ik had daar niet op gerekend.' Zegt hij dan.

Beledigd huf ik. 'Ik ben niet van plan hier te blijven. Ik wil onmiddellijk terug gebracht worden naar de glazen brught.' Mijn paleis. Mijn familie. Zal ik ze ooit nog terug zien?

Hij lacht weer. 'En ik wil deze oorlog winnen.' 

Hij frustreert me met zijn domme gelach en de manier waarop hij me bekijkt. Van top tot teen en steeds opnieuw alsof hij me met zijn ogen kan uitkleden. Mijn woede laait alleen maar op. 'Je hebt niks meer te winnen als mijn vader je doodt.'

Hij houdt op met lachen en buigt over me heen. 'Je bent een grote mond voor een vrouw,' sist hij dreigend. 'Ik accepteer zo'n grote bek niet eens van mijn mannen laat staan van mijn gevangenen.'

'Ik heb geen grote mond. Mijn vader zal je open scheuren en je vervelende kop eraf hakken.' Drazhans blik valt op mijn rokken.

Dan op mijn lijfje van mijn jurk. Mijn moed zinkt verder en verder weg als ik hem bedenkelijk zie staren naar mijn voorgevel.

'Hm. Mooi...' Hij vingert de gouden ketting waarmee mijn madalion vast zit.

'Hoe durf je!' Gil ik ontzet als zijn vingers ook mijn huid aanraken.

Hij grinnikt zogenaamd onschuldig.  'Ik wil alleen de ketting, prinses.'
'Alhoewel ik je jurk ook mooi vind.' Hij bekijkt me wolfachtig.

'De ketting is van mij.'  Hij krijgt die alleen als hij me doodt.

Hij moet erom lachen. 'En jij bent van mij. Ga je hem geven of moet ik hem afpakken?'

Dat gaat te ver.
'Ik ben niet van jou,' bries ik boos. 'Ik vind het beledigend dat je dat denkt. Omdat je me gestolen hebt betekent nog niet dat ik me zal onderwerpen aan je.'

Hij trekt een wenkbrauw op en buigt over me heen. Hij staart akelig lang naar hopelijk mijn ketting en niet mijn borsten. Zijn poging om mij te intimideren werken heel goed en ik voel me steeds banger en verdrietiger in zijn tent.

Ik heb hem gecommandeerd. Ik heb hem afgesnauwd. Misschien...Misschien kan ik met hem redeneren. Niet alle piraten zijn hersenloos.

Voorzichtig deel ik iets met hem. 'Hij is van mijn moeder geweest, het is alles wat ik van haar heb.' Ik hoop dat het wat sympathie opwekt.

Maar nee.
'Afpakken dus.' Met een harde ruk maakt hij het sluitingkje kapot. Ik zie mijn dure ketting zo in zijn smerige piraten zakken verdwijnen.

'Geef dat terug!' Hij draait zich om en vangt mijn polsen voor ik er mee op zijn rug kan slaan.

'Je jurk is ook mooi. Zulke stof brengt aardig wat op in mijn land.' Het is een dreigement. Een hele duidelijke.

Ik wordt er alleen bozer door.
'Er is niks van jou bij! Het is mijn families land en-'

Zonder waarschuwing rukt hij mijn mouw eraf. Er gebeurt iets met hem. Een soort van verandering.

Ik probeer direct te ontsnappen als hij ook aan mijn andere mouw gaat zitten. Hij rukt me terug en smijt me op de grond. Ik kruip weg, vechtend tegen de tranen. Opzoek naar een wapen.

Hij gooit me op de grond en scheurt mijn rokken kapot. 'Blijven liggen, prinses. Of ik geef je mooie gezichtje een metamorfose.' Stukjes stof dwarrelen langs me heen terwijl ik snikkend op het kleed lig, de piraat boven op me.

Bij lastige stukjes gebruikt hij een scherp mes wat soms in mijn huid prikt waardoor ik snik of zelfs piep.

Een dikke traan rolt naar beneden als hij me ook richting zijn bed begint te sleuren. 'Nee! Ik ben een prinses!' Dit kan niet. Dit mag niet.

Hij lacht maar deze keer hoor ik alleen een duivel. 'Je bent mijn hoer. Als je nog wat te eten wil vanavond, niet buiten wil slapen waar iedereen je kan neuken, ga je luisteren.' Ik wil niet luisteren.

'Toe...ik ben maagd.' Beken ik zacht en snikkend.  'Doe me geen pijn. Papa zal meer betalen voor mij als ik-'

Hij trekt me het bed op en geeft een gemene klap als hij mijn laatste beschermende rok heeft opgetild. Ik tril en grom verontwaardigd terwijl hete tranen uit mijn ogen barsten.

Hij trekt mijn rok op en legt me op mijn zij neer. Ik ben bevoren op mijn trillende benen en trillende lippen na.
Als ik zijn blik volg zie ik dat hij tussen mijn benen kijkt.

Ik snik van schaamte.
Vernederd maak ik mezelf zo klein mogelijk. Hij is niet tevreden en rukt me overeind. Ik jammer als hij het mes weer te voor schijn haalt en mijn korset begint kapot te snijden. Ik hoop stiekem dat hij een gruwelijk fout maakt en me dood steekt per ongeluk. Zodat ik niet mee hoef te maken wat hij dan gaat doen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top