Afspraak
Ik was blij dat ik in de voormiddag naar school moest. Zo kon ik mijn gedachten verzetten. De leraar legde alles grondig uit en ik probeerde alles mooi op te schrijven en goed te onthouden. Het deed me even vergeten wat me straks te wachten stond. Toch was ik een beetje benieuwd. Van wie zou het berichtje zijn?
Mijn gedachten dwaalde af.
'Juffrouw Cullen.' : de leraar keek me streng aan.
'Euhm..' : ik keek even om me heen, hopend dat ze niet mij bedoelde of dat iemand me het antwoord in zou fluisteren maar dat deed niemand.
'Renesmee? Weet jij het antwoord?' : vroeg ze.
Rondom me hoorde ik gefluister en zachtjes gegrinnik.
'Wat was de vraag?' : vroeg ik onschuldig.
Het gelach werd luider en stierf toen weer weg.
'Opletten Renesmee.' : zei ze terwijl ze haar blik afwende en verder ging met de les.
Ik zuchtte.
Adam, een -best wel knappe- jongen van de klas gaf me een briefje aan. Dat was vreemd. Hij praate normaal nooit met mij en mijn naam 'Cullen' had niet echt een goede reputatie aangezien er vreemde verhalen worden vertelt over mijn ouders en de rest.
Ik opende het briefje.
'Wat?' : zei ik hardop.
'Wat is er Renesmee?' : de leraar richtte haar blik weer op mij.
'Niks' : zei ik snel terwijl ik het briefje onder mijn boek duwde.
'Is dat nu een briefje?' : ze wees naar mijn boek en kwam op me afgewandeld.
Haar hak tikte op de grond en ze hielde een grote lange stok -het leek wel een zweep- naar mij gericht.
Ze nam het briefje en keek even verbaasd als ik keek.
Het briefje was leeg.
De lerares keek me nors aan. Dat had ze duidelijk niet verwacht. Ik keek naar Adem. Hij lachte terug. Even voelde ik een vreemde kriebel in mijn buik. Het voelde prettig maar ook zo verkeerd. Ik bloosde een beetje en keek snel weg.
De rest van het uur keek ik voortdurend naar de klok. Vijf voor twaalf. Twee voor twaalf. Een voor twaalf. Toen de bel ging stond ik meteen op. Ik wou naar buiten gaan maar iemand hield me tegen. Ik draaide me geergerd om.
'Adam...'
'Juffrouw Cullen' : deed hij de leerkracht na. Dat toverde een glimlach op mijn gezicht.
'Adam, wat betekende dat briefje nou weer?' : vroeg ik.
'Ik wou je iets vragen. Maar ik vond het laf om het op te schrijven.'
'Wat vragen?'
'Je weet dat er op het einde van het jaar een prom is toch?'
Ik knikte en ik snapte waar hij naartoe wou.
'Adam. Ik ga niet. Het spijt me. Ik en dansen zijn zoiets als vijanden.' : ik keek er een beetje scheef bij.
Hij daarintegen lag plat van het lachen.
'Dacht je..? Dat ik jouw wou vragen?' : hij schaterde het uit wat me eigenlijk best wel beledigde.
'Ik wou vragen of je misschien weet of Lindsay al iemand heeft. Je zit naast haar bij wiskunde.' : hij lachte nogsteeds en liep weg.
Dat was onverwacht.
Eindelijk was ik thuis. Het was bijna 1 uur. Ik vloog meteen op het eten en daarna ging ik naar boven om een jurk aan te doen. Als ik zou sterve, zou ik dat toch zeker wel in stijl doen. Ik koos een makkelijk, maar toch mooi en elegant kleedje en vertrok toen naar het weiland. Het was een eindje stappen en ik wou goed op tijd zijn.
Ik was in het gras gaan zitten. Ik hield niet van wachten. Het was bijna half drie toen ik beweging hoorde in het struikgewas.
'Hallo!' : riep ik terwijl ik angstig opstond en een pas naar achter deed.
'Hallo Renesmee.' : hoorde ik iemand achter me zeggen. Ik draaide me met een ruk om. Aro stond geen meter van me af en ik voelde zijn koude adem op mijn gezicht.
'Fijn dat je gekomen bent.' : hij wreef langs mijn wang en zuchtte.
'Laat Jake vrij!' : riep ik.
'Ach ach. Zo naief. Net je moeder. Alleen stroomt er door jouw nog wel bloed.' : hij keek me even uitdagend aan.
Ik slikte.
'Niet bang zijn. Ik doe je niks. Nog niet.' : zei hij.
Hij wenkte iets achter mij maar ik kon me niet omdraaien. Ik stond aan de grond genageld.
'Felix. Heb je al kennis gemaak met Renesmee?' : zei Aro tegen de vampier die langs hem was gaan staan.
Felix keek me bloeddorstig aan. Zijn ogen pikzwart.
'Nou geniet er naar van. Doei.!' : zei Aro en ik keek verbijsterd toe hoe hij in het bos verdween.
'Wel wel. Dit is net het sprookje van Roodkapje niet? Daar worden ze ook opgegeten.' : zei Felix. Hij lachte om zijn eigen grap terwijl ik een poging deed te ontsnappen. Ik had kunnen weten dat het niet zou werken.
Hij hield me in een stevige greep en rook even aan mijn nek.
'Heerlijk.' : zei hij.
Ik voelde hoe hij zijn tanden op mijn nek plaatste.
'Het doet.even pijn.' : voegde hij er snel aan toe voordat ik zijn tanden door mijn huid voelde boren.
Ik schreeuwde het uit.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top