•Hoofdstuk 46•

POV Cloe.
Nupas valt op de grond met verschillende gaten in z'n borstkast. Iedereen springt op Marcel af en ik trek Nupas achteruit verder van het gevecht.

"Ik had je niet mogen verraden." Fluistert Nupas terwijl ik z'n hoofd op mijn schoot leg. Hij maakt hissende geluiden en hij sluit z'n ogen even.

Daarna doet hij ze licht open en legt hij een hand op m'n wang. Er rolt een traan over m'n wang heen die hij weg veegt. "Niet huilen... ik heb het verdient." Fluistert hij met een glimlach.

"Nee je hebt het niet verdient." Zeg ik hoofdschuddend. "Karma is een bitch." Mompelt hij waardoor ik even lach. "Ik wil dat je me èèn ding belooft."

"Zeg het maar." Antwoord ik en hij laat z'n bloedende hand zakken wat bloedsporen op mijn wang achterlaat. "Zorg goed voor mijn grote broer." Mompelt hij en vlak daarna kijk ik naar Kéziah.

Die was ik helemaal vergeten. Nupas zal sterven wat betekend dat Kéziah nu al z'n familie verliest. "Nee Nupas hou vol... je mag hem niet achterlaten. Je mag ons niet achterlaten." Zeg ik huilend en ik knip in mijn vingers om mijn helende magie op te wekken.

Nupas grijpt mijn hand snel vast en ik kijk hem recht is z'n gloeiende roze ogen aan. "Niet doen... versla Marcel, wees een goede siroop Cloe..." fluistert hij en z'n roze ogen beginnen te flikkeren.

"Nee nee nee nee." Mompel ik achter elkaar door huilend en z'n ogen vallen uit. Hij draait z'n hoofd opzij en z'n lichaam word slap. Ik doe z'n ogen dicht met m'n vingers en ik sta op.

Ik brul het uit... zoals de wolven... zoals een Alpha... zoals een echte onderwerelder het zou doen.

Ik zie Kéziah m'n kant op kijken en hij ziet het levenloze lichaam van z'n broertje. "Neeeee!!!" Schreeuwt hij en hij rent in vampier snelheid naar hem toe en gaat naast hem zitten.

De rest is druk bezig met Marcel en hem onder controle te krijgen wat moeilijk gaat. Ik wil helpen maar vlak daarna zie ik Henry op de grond liggen.

Ik ren in vampier snelheid naar hem toe en ik kniel naast hem neer. "Henry?" Fluister ik maar ik krijg geen antwoord. Ik duw hem opzij waardoor hij op z'n rug licht.

Ik luister met mijn goeie gehoor of ik z'n hartslag ergens hoor. Ik hoor niks... niks in z'n borstkast... niks in z'n pols en niks in z'n nek. Hij is dood.

Ik ging ook dood toen ik in mijn transformatie zat... zou het aan de gang zijn of is hij voor altijd weg? Zoiets kan ik niet zeggen en daarom zal het lichaam van Henry beschermt moeten blijven.

Ik sta op en ik ren terug naar Kéziah die aan het huilen is met z'n dode broertje in z'n handen.

"Kéziah! Sta op! Hij is dood we moeten de rest helpen!" Roep ik en hij kijkt me aan met roze ogen. "Alsjeblieft." Mompel ik en hij knikt. Samen staan we op en transformeren we.

Vampier tanden komen naar buiten en de klauwen van de weerwolf steken uit m'n handen. M'n ogen worden roze en er verschijnt een roze lichtstraal om Kéziah en mij heen.

We rennen naar Marcel toe...

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top