-Hoofdstuk 31-
Cloe.
Ik stap het huis binnen en ik gooi mijn rugtas tegen de muur. Vandaag was een hele lange dag. 'Rick!' Roep ik door de gang heen wanneer ik mijn schoenen en jas uit trek en naar de kamer loop.
Rick licht op de bank met oortjes in en ik hoor de muziek erdoorheen. 'Hey!' Roep ik maar hij reageert niet. Vervolgens loop ik door naar de keuken en ik pak een glas bloed. Dan loop ik terug naar de kamer en ik plof neer naast Rick.
Rick trekt een oog open en ik wuif naar hem waarop hij rechtovereind gaat zitten. 'Hoe was school?' Vraagt hij met een schorre stem. Die heeft duidelijk niks gedaan de hele dag. 'Interessant.' Antwoord ik op een mysterieuze manier.
Daarna pak ik mijn mobiel uit m'n zak en ik bel Kéziah op. De telefoon gaat een paar keer over en dan merk ik dat ik word weggedrukt. 'Wie bel je?' Vraagt Rick en ik haal mijn schouders op. 'Ik bel Kéziah om te weten hoe het gaat maar hij neemt niet op. Misschien moet ik even langs gaan.' Antwoord ik en Rick kijkt me met rollende ogen aan.
'Je weet wat hij daar van vind. Kéziah wil niemand zien. Bovendien zal het me niks verbazen als hij alles thuis potdicht heeft zitten.' Zegt Rick met een kleine grinnik waarop ik hem tegen z'n arm duw. 'Jij spoort niet.' Zeg ik zacht waarop zijn grinnik over gaat naar een glimlach.
Ik geef hem een kus en ik sta op. 'Kéziah moet bezoek maar accepteren. Ik ga erheen.' Zeg ik en Rick knikt voorzichtig. De gang ziet er oud en stoffig uit wanneer ik weer terug ben.
Buiten is het koud en slecht weer. Alles ziet er niet netjes uit sinds we terug zijn. Alsof er iemand staat dood te gaan. Ik weet het niet maar iedereen heeft het tot nu toe overleeft. Het zal me ook niks verbazen als er iemand van ons dood zou gaan. Ik weet nog niet wie maar de tijd zal komen. Ik voel het.
-----------------------
Wanneer ik bij Kéziah's huis ben, klop ik aan maar er komt geen antwoord. 'Hallo!!' Roep ik en ik kijk even naar de bel waar met nette letters siroop op staat. Ik begin hard op de deur te bonzen maar ik krijg nog steeds geen antwoord. 'Kéziah! Doe die deur open!' Roep ik maar ik krijg nog steeds geen antwoord.
Wil meneer het zo spelen?
Ik laat een roze gloed verschijnen en met een enorme kracht, beuk ik de deur open en sla ik hem weer achter me dicht wanneer ik binnen ben. Alles is donker en ik kan geen moer zien. Wanneer ik een lichtje aan klik, zie ik niks.
De meubels zijn netjes en er licht niks overhoop. Alles ziet er keurig, netjes en schoon uit. Het is drie dagen geleden. Waar is die jongen? 'Hallo? Kéziah?' Zeg ik zacht en ik krijg deze keer antwoord.
Kéziah komt uit de keuken lopen met een grote roze badjas aan die dun is en glimt. Het is een soort mat roze. Hij houd een koffie mok in z'n handen waar volgens mij niet eens koffie maar drank in zit aan de geur te ruiken.
Ik wist dat Kéziah een sikje had maar in de afgelopen drie dagen heeft hij zich niet geschoren waardoor hij nu een flinker sikje heeft.
'En wat doe jij hier?' Vraagt hij met een schorre en opgefokte stem. 'Ik wilde weten hoe het met je gaat.' Antwoord ik kalmpjes en gewoontjes. 'Ga alsjeblieft weg, ik heb dingen te verwerken.' Zegt hij op een koude en afstandelijke manier.
'Wat voor dingen?' Vraag ik terug wanneer hij op de bank gaat zitten en hij zijn voeten op tafel gooit. 'Nu ik..... dit ben, gaat alles slechter. De demon kant laat me leiden en mijn verleden zien op de manier waarop ik hem niet wil zien. Het zet me op het randje van de dood. Ik zie dingen die niemand anders kan zien.' Fluistert hij en ik besluit naast hem te gaan zitten.
Kéziah.
'Maar wat voor dingen zie je dan?' Vraagt Cloe en ik kijk haar niet aan. Ik zie leegte en duisternis en de demon kant begint me over te nemen. Ik probeer te vechten.
'Ik zie mensen, vrienden van ons.... dood gaan.' Antwoord ik wat ook waar is. Vervolgens verschijnt er een roze met oranje flits waarin ik weg ben van de wereld.
'Ik wist niet dat hij hier zou zijn.' Zegt Anne op een boze toon en Cloe kijkt haar met een neutraal gezicht aan. 'Hij was aardig in de onderwereld en ik weet niet hoe hij hier is gekomen. Ik snap het niet.' Antwoord Cloe en Anne raakt haar schouder aan.
'Geen zorgen, ik zal snel zorgen dat Anne hier niks meer mee te maken heeft.' Zegt Marcel en hij pakt een zwaard.
Ik hoor een gil.
------------------
Wow! Mijn boek The Shallows heeft al bijna 1K oogjes! Breng me plz daar! Vergeet niet te stemmen op dit hoofdstuk! Wie denken jullie dat er dood gaat?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top