Hoofdstuk 3
Cloe.
Ik sta op school samen met Anne achter de kluisjes te wachten tot dat Rick voorbij komt lopen. De andere badboys zijn bij de hockey training en Rick moest overslaan.
Ik heb hem in de gaten gehouden deze ochtend. Het is nu middag pauze. "Waarom wil je die eikel opwachten?" Vraagt Anne vermoeid. "Ik wil weten of hij iets weet van mij. Of hij weet dat hij naast 'mij' komt wonen." Zeg ik met een kleine fluister toon in mijn stem. Een kleine kreun verlaat Annes mond. "Waarom?" Vraagt ze. "Omdat.... Hij het gewoon niet mag weten." Antwoord ik. "Waarom?" Vraagt Anne opnieuw. "Weet ik veel, hou gewoon op met je 'waarom' spel." Zeg ik nijdig.
Rick komt naar zijn kluisje lopen en ik en Anne drukken ons zelf tegen de kluisjes aan in de hoop dat hij ons niet ziet. Hij kijkt geheimzinnig om zich heen. "Die jongen verbergt iets." Fluister ik. "Hou toch op Cloe. Misschien verbergt hij dat hij een eikel is maar dat weet iedereen. Dat weet hij nog niet eens." Zegt Anne.
"Heeft hij ooit iets bij je gedaan? Heeft hij ooit iets met iemand anders gedaan?" Vraag ik. "Nou.... Niet in mijn zicht nee." Antwoord Anne. "Nou.... Dan heb je dus geen bewijs." Zeg ik. Anne begint nijdig te kijken en ik negeer haar. Ik kijk terug naar Rick en hij is in eens verdwenen. "What The heck...?!" Zeg ik snel. "Waar is die jongen gebleven? De gangen zijn groot hij had nog in ons zicht moeten zijn." Zegt Anne.
Ik kijk rond maar hij is nergens te bekennen. "Kan ik jullie helpen?" Zegt een stem achter ons en Anne en ik draaien ons met een ruk om. Rick staat achter ons met een vragend gezicht. Hoe heeft hij dat geflikt?
"Eeuuhm, we waren gewoon....." Stamel ik en ik heb geen idee wat ik moet zeggen. "De kluisjes aan het boenen. Ze zijn zo vies." Vult Anne onschuldig aan. Rick kijkt ons met een vreemd gezicht aan. "Juist..... Oké..... Nou dan weet ik dat. Ik dacht dat jullie mij bespioneerde." Zegt hij met een donkere stem.
"Wat?! Nee?! Wij??" Zeg ik en ik zwaai met mijn hand. Dat doe ik altijd als ik verlegen ben of betrapt word.
"Oké. Ik zie jullie nog wel." Zegt hij en hij loopt weg met zijn boeken onder zijn armen. "Was dat het? Geen schreeuw? Geen klap?" Vraagt Anne. "Niet alle badboys zijn bad." Antwoord ik lachend.
"Nou mijn hoofdvraag is: hoe kwam hij zo snel achter ons te staan?" Vraagt Anne. "Geen idee. Als hij langs ons liep hadden we dat wel door en als hij achter ons wilde komen zonder dat we hem zagen zou hij de hoofdgang genomen moeten hebben maar dat is super ver omlopen." Antwoord ik.
"Het is vast niks. We laten het wel rusten voordat we hem beschuldigen op niks af." Zegt Anne.
"Je hebt gelijk. Het is vast onze verbeelding. We hebben hem gewoon niet langs zien lopen waarschijnlijk." Antwoord ik.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top