{Hoofdstuk 14}

{Gewonden.}
Cloe.
Ik word langzaam wakker. Ik heb geen pijn en ik zie veel daglicht om me heen. Ik knipper een paar keer met m'n ogen en ik merk dat ik op de grond lig. Ik kijk om me heen en ik zie bloed en het ruikt naar bloed.

Ik schrik me rot en ik sta snel op maar het bloed moet zich nog goed verdelen dus ik ben meteen duizelig. Wanneer ik weer oké ben zie ik Rick tegen de muur aanliggen met wat schaafwonden die nog niet genezen zijn. Ik loop op hem af. 'Dat heeft geen zin. Niemand word wakker. Ze zijn te zwaar gewond.' Zegt een stem en ik draai me zo snel als ik kan om.

Het is Kéziah en hij heeft bloed op z'n gezicht en duidelijk sporen van verwondingen over z'n hele lijf. In zijn kleren zitten scheuren van wolf klauwen en op zijn gezicht zitten ook nog een paar witte lijntjes van de krassen. Hij ziet er vermoeid uit en hij zit naast Gabriel die bebloed en levenloos op de bank licht.

'Wat is er gebeurd?' Vraag ik verbaast. 'Als je dat echt wilt weten, kan je het zien weet je nog?' Vraagt hij en ik schut met mijn hoofd. 'Ik wil het niet weten.' Zeg ik en hij knikt.

'Hoe erg is Gabriel er aan toe?' Vraag ik en Kéziah schut met z'n hoofd. 'Erg, maar Gabriel is een overlever. Voor een mens dan.' Antwoord Kéziah en hij gaat verder met het genezen van Gabriels wonden. 'Waar is Russel?' Vraag ik. 'Ik heb hem naar boven weten te lokken en ik heb hem daar aan het logeerkamer bed vastgemaakt. Hij zal wel slapen.' Antwoord Kéziah en ik kijk weer naar Rick.

Ik loop naar hem toe en ik kniel naast hem neer. Ik ga zachtjes met een roze gloed over hem heen. 'Rick?' Vraag ik maar hij komt niet bij. Ik draag hem naar de leunstoel en ik leg hem daar op zodat hij kan genezen. Dan gaat mijn mobiel af die op de keukentafel licht.

Ik loop naar mijn mobiel en wanneer ik er op kijk, zie ik dat het Anne is. 'Het is Anne.' Zeg ik tegen Kéziah en ik neem snel de telefoon op.

'Gelukkig Cloe je neemt op. Hoe ging het?'
'Kan ik ook aan jou vragen met 25 wolven.'
'Alles is goed gekomen.'
'Russel was doorgeslagen. Gabriel en Rick zijn gewond maar Kéziah en ik zijn inmiddels genezen. Kéziah heeft hem boven weten op te sluiten.'
'Ik kom er aan.'
'Oke ik zie je zo.'

Ik hang de telefoon op en ik leg hem terug op de keukentafel. Dan zie ik ineens iets voor me. Ik herinner me weer hoe ik Kéziah een klap in z'n gezicht gaf. Hoe kan dat? 'Hey Kéziah.' Begin ik en hij kijkt op. 'Is er iets?' Vraagt hij bezorgd en ik ga op de leuning van de bank zitten. 'Deed het pijn toen ik je sloeg?' Vraag ik en Kéziah kijkt verbaast. 'Je herinnerd het je.' Zegt hij en ik knik. 'Ja.' Zegt hij na een poosje van stilte.

'Waarom zij je niks?' Vraag ik. 'Waarom ging je gewoon verder?'

'Ik ben een Siroop. Wij zijn siropen. Wij moeten geen pijn tonen...' Begint hij maar ik onderbreek hem. '.....Aan onze vijanden.'

'Je bent niet mijn vijand.' Zegt Kéziah. 'Maar je bent ook niet mijn beste vriend.' Zeg ik snel terug. 'Ik ga bij Russel kijken.' Voeg ik toe om niet langer met hem "alleen" te zijn.

Ik loop naar de trap en ik sla een paar trede over om sneller boven te zijn. Ik loop naar de logeerkamer en ik duw de deur open en ik zie Russel vredig op bed liggen te slapen. Er licht bloed om hem heen dus hij heeft zichzelf ook verwond doordat hij probeerde te ontsnappen.

Ik ga naast hem zitten op het bed en ik zie dat hij bijkomt van mijn beweging. Met een vingerknip maak ik hem los alsof het lijkt dat hij nooit vast heeft gezeten. 'Gaat het?' Vraag ik en hij knikt zwaar. 'Wat is er gebeurd?' Vraagt hij en ik geef hem een korte samenvatting over de gewonde en over het bloed en over zijn freak out moment. 'Is Gabriel gewond?' Vraagt hij haastig en hij springt overeind waardoor hij even kreunt.

Ik duw hem terug in zijn lig positie. 'Hij zal het wel halen. Anne is onderweg hiernaartoe en jij moet rusten.' Zeg ik en hij knikt een beetje ongeloofwaardig alsof hij straks weer uit bed wil springen als ik de kamer heb verlaten. 'Beloof het me.' Zeg ik en nu knikt hij wel geloofwaardig.

Ik loop de kamer uit en meteen door naar beneden. Dan hoor ik een deurbel. Dat zal vast Anne wel zijn.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top